hotsprings

Hot Springs

zaterdag 20 juni 2009

De afstand naar Hot Springs was maar tachtig kilometer en zou volgens Google Maps ongeveer een uur in beslag nemen.Na eerst hartelijk afscheid genomen te hebben van Bruce en voor de laatste maal een heerlijk ontbijt verorberd te hebben in dat multiculturele restaurant, gingen we rond 11.00 uur weg.

Het zonnetje scheen heerlijk en we hadden vandaag alle tijd, zodat het aantal stops talrijk en de snelheid minimaal was.

Tussen het Custer State Park en het Windcave National Park stonden twee herten als een soort afscheidsgroet naar ons te kijken.

Natuurlijk stopten we daar en zagen plotseling, veel verder op die open vlakte, iets vaals en bruins bewegen.

Wij konden niet goed zien wat het was en zelfs door mijn fototoestel met telelens werd het niet helemaal duidelijk.

Toch heb ik meerdere malen een foto genomen en bij het terugkijken van deze, kwamen we er nog niet uit.

Het dier leek op een vos, maar de kleur was niet helemaal juist en de snuit te spits en te lang.

Pas veel later, toeval bestaat niet, kwamen wij er achter wat we gezien hadden.

De rit door Windcave was fabuleus.De bizons waren weer in groten getale aanwezig en de fotostops werden ontelbaar.

Na een schitterende brug gepasseerd te hebben, reden we een verlaten parkeerplaats op om even op de kaart te kijken.

Toen we toch maar even uitstapten om de benen te strekken, bleek er een buffel vlak voor ons te liggen.Door het geluid van de dichtslaande deuren werd hij opgeschrikt en kwam langzaam overeind.

Wat een indrukwekkend en gelijktijdig angstig gezicht, zo’n kolos op nog geen zeven meter afstand.

Snel openden wij de portieren voor het geval dat…

Maar er kwam geen geval dat, de buffel bleef rustig staan alsof hij voor ons poseerde.

En daar hebben wij gretig gebruik van gemaakt.

Omdat wij zo vroeg al Hot Springs binnenreden gingen we eerst naar de Mammoth Site.Dat was een teleurstelling, want i.p.v. een uitzichtpunt kwamen we bij een soort museum.

Daar hadden we op dat moment absoluut geen zin in en ik laat een auto, vol met bagage, niet graag lang achter op een parkeerplaats.

Het was dus niet te voorkomen dat we rond 13.30 uur bij het Budget Host Hills Inn aankwamen.

Gelukkig hadden ze op ons gerekend, dat internetboeken werkt echt fantastisch, en onze kamer was al schoongemaakt.

We konden er dus direct in.

Tonnie had op die weg hier naartoe een paar winkeltjes gezien en wilde daar erg graag naartoe.

Het was nog vroeg, dus ik had eigenlijk geen enkel excuus om niet te gaan.

Die winkeltjes, vooral het aantal, viel haar enigszins tegen.

Maar Tonnie zou Tonnie niet zijn, als ze niet met een afgeprijsde broche uit een soort souvenirzaak kwam.

Het was nog steeds veel te vroeg om te gaan eten, we hadden ook absoluut nog geen trek, dus moesten we iets anders verzinnen.

We besloten om toch maar naar dat museum over mammoets te gaan.

Dat was, bleek achteraf, één van onze betere beslissingen.

We kregen daar een tour, onder begeleiding van een gids, langs een soort vindplaats van mammoetskeletten.

Er werd ook nog steeds gegraven en gezocht naar meer beenderen en slagtanden.

Ergens in een hoek was een stoffig meisje, ze zat er helemaal onder, ook op deze zaterdag er heel druk mee bezig.

Deze plaats was zo uniek en educatief, dat men maar besloten had om er een gebouw overheen te plaatsen.

Zoiets kan toch echt alleen maar in Amerika…

In een aparte ruimte, waar ook een gigantische replica van een mammoet stond, waren meer afbeeldingen van dieren.

En ja hoor, er was ook een foto van het voor ons onbekende dier, dat wij die ochtend gezien hadden.

Het bleek een coyote te zijn geweest…

Die avond kreeg ik eindelijk mijn zin en kon ik een broodje bij Subway halen.

Waarschijnlijk alleen, omdat er pal naast een Pizza Hut was en Tonnie daar een pizza ging bestellen…

We hebben zitten smullen, op het bankje voor onze motelkamer, beschenen door een ondergaand zonnetje.

Gereden: 81 km

terug naar overzicht vervolg