estespark

Estes Park

zondag 21 en maandag 22 juni 2009

Vanochtend hoorde ik een vreemde blieb uit die geweldige telefoon komen.

De accu was haast leeg, terwijl ik ‘m gisteravond nog had opgeladen.

Of de accu was nu al kapot of de stroom in de badkamer, daar was namelijk een vrij stopcontact, ging eraf zodra je het licht uitdeed.

Als eerste en dat was ook voor het eerst tijdens deze vakantie, gingen we een continental breakfast nuttigen in de lobby.

Normaal namen we een uitgebreid ontbijt, maar vandaag wilden we vroeg op pad omdat we zo’n 340 mijl hadden af te leggen naar Estes Park.

Eerst hier een kleinigheid gebruiken, dan konden we altijd onderweg nog iets extra’s nemen, wat tegelijkertijd weer een aangename rustpauze zou zijn.

Nou het werd echt een minikleine kleinigheid, want die muffins zagen er niet uit.

Het werd een soort mueslireep en een beker koffie, wat onze magen wonderwel rustig hield tot we in Cheyenne aankwamen.

Daar bezochten we even, anderhalf uur zo’n beetje, een Walmart.

En wat voor Walmart…

Het was de grootste die wij ooit hebben mogen bezoeken tijdens onze Amerikareizen.

Grof geschat was de oppervlakte gelijk aan zeven tot acht voetbalvelden en je kon er echt van alles kopen.

Maar het meest opvallende was wel de afdeling vuurwapens.

Daar stond me een rij geweren in de vitrine, waar een klein peloton beslist jaloers op zou worden.

Op één van de glazen deuren hing een met de hand geschreven briefje, waar de voorwaarden voor aanschaf op stonden.

Een geldig legitimatiebewijs, een medische verklaring van een goed verstandelijk vermogen en een juist huisadres. Een postbusnummer werd niet geaccepteerd…

De Walmart, hoe groot ‘ie dan ook mag zijn, is gewoon een supermarkt.

Een supermarkt waar je wel geweren kon kopen, maar geen biertje, het moet toch niet gekker worden…

Omstreeks 18.00 uur bereikten we de Peak to Peak Lodge, waar we voor twee nachten een wat luxere kamer hadden besproken.

Een kamer op de eerste verdieping, wat gelijk ook de bovenste was, met een ruim balkon.

Eigenlijk was het te stom voor woorden, hadden we de hele vakantie kamers beneden gehad, moest ik hier door eigen toedoen de koffers een trap opsjouwen.

Maar het was er wel heel gezellig en vooral knus.

Tijdens dit schrijven liep ik even naar het balkon met een biertje en een sigaretje, om na te denken over de route van morgen.

Aan de donkere hemel fonkelden ontelbare sterren en een paar grijze wolkjes verborg ook nog een aantal van hen.

Op dat moment besefte ik, dat ik een bevoorrecht mens was, in het hier en nu, om op deze plaats te mogen staan en dit te aanschouwen.

Een enorm gevoel van geluk overviel me…

De accu van de telefoon was weer opgeladen en hield zich goed.

Dat laatste probleem was er dus echt één van de stroomvoorziening gisteren.

Toch heb ik nu besloten om hier nooit meer een telefoon te kopen.

Twee jaar geleden hadden we ook al zo veel problemen en deze keer waren de beperkingen meer dan het gemak van dit kreng.

En de bereikbaarheid in dit bergachtig gebied is al helemaal minimaal, terwijl alle motels waar wij verbleven gratis internet aanboden.

Voor ons gaat e-mailen een stuk sneller dan sms’en.

Dat gedonder met die knopjes zoveel keer indrukken om de juiste letter te krijgen...

Hadden we gisteren maar een pover ontbijt, vandaag werd dat ruimschoots goedgemaakt.

We hadden een restaurantje gevonden in het centrum van Estes Park.

Daar moesten we zelfs even wachten tot er een tafeltje vrijkwam.

Maar het was de moeite waard, geen wonder met zo’n naam: The Egg and I.

De hele dag verbleven wij in het Rocky Mountain National Park en reden de Trail Ridge Road.

Wat een overdonderende rotspartijen en duizelingwekkende valleien.

Bij ongeveer elke stopplaats parkeerden wij wel.

Was het niet voor het betoverende uitzicht, dan wel voor een toiletbezoek of om even de benen te strekken, waarbij we dan weer automatisch een schitterend vergezicht meekregen.

Op de heenweg stopten we ook bij de Tundra Communities Trail, maar het was daar zo koud en winderig, hoogte ruim 3600 meter dus boven de boomgrens, dat we besloten om maar door te rijden.

Ons eindpunt was Grand Lake, waar we op een bankje in het zonnetje gezeten, een tijdje hebben gekeken naar een paar vissende Amerikaanse families.

Dat laatste wisten we niet alleen door de taal die ze spraken, maar ook door de omvang van hun lichamen.

Op de terugweg kwamen we weer langs die Tundra Trail, maar nu was de wind min of meer gaan liggen en het leek een stuk warmer door de fel schijnende zon.

Wij besloten om deze nu toch maar te gaan lopen, hoewel een bord duidelijk aangaf, dat in die 800 meter lange wandeling heen, een hoogteverschil zat van zo’n 80 meter.

Ondanks onze twijfels begonnen we er toch aan.

Even verder stond weer een ander bordje en hijgend gingen we in overleg of we dit, als niet geoefende traillopers wel moesten doen.

Er kwamen op dat moment heel wat mensen strompelend en buiten adem voorbij, die alweer op de terugweg waren.

Onze eigenwijsheid besliste in dit geval.

We gingen er gewoon voor…

Maar wel met een truc, want om de 50 meter stond er een bordje waar één of andere wetenswaardigheid werd weergegeven.

Al die bordjes hebben wij gespeld, zodat het niet zo erg opviel dat we daar op adem stonden te komen.

De lucht is op die hoogte een stuk ijler dan we gewend waren en traillopen is niet echt ons ding.

Maar we hebben het gered en we kwamen uiteindelijk, na heel veel lezen, bij het eindpunt.

De trail stopte gewoon bij een paar rotsblokken.

Tonnie heeft deze nog beklommen en ik ging op een grote steen zitten om de schitterende, met sneeuw bedekte, omgeving te filmen.

De volgende 800 meter van die trail waren bergafwaarts, dus een stuk eenvoudiger…

Op de terugweg naar Estes Park kwamen we een file terecht.Een achttal auto’s voor ons stond stil, omdat er twee Elk’s, een soort gigaherten met enorme geweien, aan de rand van de weg stonden te grazen.

Wat een prachtige belevenis, ik stapte uit want je kon toch niet meer doorrijden en ging die ‘wonderen van de natuur’ van dichtbij bekijken.

Ze trokken zich niets van alle toeschouwers aan, er waren nu meerdere mensen naar buiten gekomen, heel rustig graasden ze verder.

Toen we uiteindelijk weer in het stadje kwamen, waren we aan een simpele maaltijd toe.

Steaks, zalm en hamburgers hadden we de afgelopen weken al genoeg gehad, dus wilden we iets anders.

Dat ‘anders’ vonden we in Village Pizza, een restaurant dat zich absoluut onderscheidde van al die Fast Food dingen.

Het was daar voor ons met recht een culinaire verrassing, niet alleen was de smaak hemels, maar je kon er ook een normaal formaat pizza bestellen…

Na die openbarende maaltijd wandelden we nog even door de gezellige hoofdstraat.

Nou ja, wandelen... Tonnie schuifelde door de winkeltjes en ik wachtte geduldig op een bankje.

Dat duurde niet lang, want de eerste druppels van die dag begonnen al te vallen.

Voor we goed en wel bij de auto waren was het aardedonker geworden en de eerste schichten flitsten naar beneden.

Die avond hebben we nog lang naar het donderend geweld van de vaak hel verlichte hemel gekeken, vanachter de glazen schuifpui van ons ‘penthousje’.

Gereden op 21 juni: 552 km en op 22 juni: 165 km

terug naar overzicht vervolg