toronto

Toronto

donderdag 25 en vrijdag 26 juni 2009

Het Novotel had een eigen restaurant en natuurlijk waren wij daar deze ochtend aanwezig om het ontbijt en de koffie te keuren.

Meer dan een ruim voldoende en ook hier hebben we dan weer volop genoten.

Een kwartier vroeger dan gepland, kregen we een telefoontje van de receptie dat de bus van Toronto Tours voor de ingang stond.Na ongeveer twee uur van knauwende commentaren van de nukkige chauffeur/gids voorzien te zijn, bereikten we het uiteindelijke doel, de Niagara Watervallen.

Vanuit de bus was het al een geweldig gezicht, de zon scheen volop, verlichtte die muur van water en gaf het een briljante glans.

De bus stopte bij een hoog gebouw, waar we ergens bovenin de lunch zouden gaan gebruiken, hierna stond een boot richting de waterval gepland.

Na dat uitgebreide ontbijt hadden wij absoluut geen zin om te eten, maar wel om de benen te strekken.

Het was een magnifiek gebeuren om, na een wandeling van een paar minuten, langs de reling te staan.

We konden vandaar het Amerikaanse en Canadese deel van de waterval heel goed zien.

Later zou blijken, dat het overslaan van die lunch, één van onze beste beslissingen van deze vakantie was geweest.

Na een uurtje waren we weer terug bij de bus, die ons vervolgens vlakbij de ‘Maid of the Mist’ afzette.

We hadden net de tickets gekregen toen de lucht begon te betrekken.

En nadat de verplichte foto voor een blauwe achtergrond gemaakt was, moesten we aansluiten in een rij naar een grote tent, waar blauwe poncho’s uitgedeeld werden.

Dit om je te beschermen tegen de nevel van de waterval, waar we heel dicht voorbij zouden varen.

Nou, die poncho’s kwamen dertig seconden te laat, want de hemel opende zich en er viel een zondvloed aan ijskoud water, een betere omschrijving bestaat er niet, over ons heen.

Binnen vier tellen waren wij drijfdoor nat en ik strompelde achter Tonnie aan terwijl ik mijn camera onder haar vest probeerde te beschermen.

Gelukkig was die vrij dik en van wol, zodat het water enigszins afgestoten werd.

Verder hadden we geen droge draad textiel meer om ons lichaam en liepen te soppen in onze schoenen.

Die poncho had eigenlijk geen zin meer, maar was een goede, weliswaar wat aan de ruime kant, bescherming voor die nieuwe camera.

Het was inderdaad een indrukwekkend spektakel om zo dicht bij die muur van water te dobberen, die van zo’n zestig meter hoogte en zeshonderdzeventig meter breedte naar beneden kwam razen.

Foto’s nemen was haast niet te doen door het opspattende water van de Niagara en het neervallende water uit die nog steeds voortdurende wolkbreuk.

Filmen was al helemaal niet mogelijk want de accu was leeg en een volle lag in de bus.

Na die indrukwekkende boottocht hadden we nog een uurtje om te fotograferen.

Met de nog steeds hevige regenval was dat echt geen doen.

Trouwens, je zou geheel druipende vakantiekiekjes hieraan overhouden.

Wat waren wij blij dat we die lunch hadden overgeslagen en dat het toen nog wel goed weer was.

Later die dag, bij het bezoek aan een wijngaard met een proeverij, werd ons verteld dat het noodweer grote schade aan de oogst had toegebracht.

Die avond wilden we nog een stukje wandelen, maar er was een klein probleempje.

Tonnie had verschillende schoenparen bij zich, alleen ik niet.

Altijd nam ik twee paar mee op vakantie en ik liep dan steeds op het best zittende.

Dit jaar had ik besloten om dat extra gewicht uit mijn koffer te laten en had alleen nog een paar huissloffen meegenomen.

De wandeling werd niet al te lang, want die krengen liepen voor geen meter op straat.

We haalden net Mama’s Pizza, waar ze van die overheerlijke en handgemaakte slices verkochten.

Weer terug bij het hotel aangekomen werd ik aangeklampt door een man.“Ik zit in een vreselijke situatie. Vanmiddag heb ik een auto ongeluk gehad en mijn vrouw en dochter zijn daarbij omgekomen. Mijn andere dochter ligt zwaargewond in het ziekenhuis en al mijn bezittingen zijn verbrand.

Nu heb ik 8,60 dollar nodig voor de bus naar dat ziekenhuis.

Kunt u me alstublieft helpen?”

Een beetje verbijsterd en vol ongeloof keek ik de man aan en vroeg of hij dat verhaal aan iedereen vertelde.

“Als u denkt dat ik een bedelende zwerver ben, dan heeft u het mis. Ik heb geen lompen aan…”

Hij sprak heel netjes en zag er inderdaad ook redelijk verzorgt uit, op die kapotte en totaal versleten gympies na dan.

Natuurlijk klopte er hier iets niet.

Twee doden, een zwaargewonde en deze man had geen enkel schrammetje.

Heel rustig stond hij hier zijn verhaal te vertellen alsof het de gewoonste zaak van de wereld was.

En toch heb ik hem 10 dollar gegeven…

Het was ook zo absurd; een totaal verzonnen verhaal in een niet te verzinnen situatie en ik stond er weer middenin.

Zo rustig en kalm als hij naast me had gestaan, zo snel was hij nu plotseling verdwenen.

De volgende ochtend hielden we hetzelfde schema aan als de laatste dag New York.

Ook hier konden we uitslapen, we moesten we pas om 12.00 uur de kamer verlaten.

Tonnie ging weer voor de laatste keer de winkeltjes opzoeken en ik bleef in de lobby bij de koffers, nog een beetje aan dit verslag werken.

Nog voor 14.00 uur kwam een taxi ons ophalen en liet ons wederom, net als op de heenweg, kennismaken met een gigantische file.Daar hadden we al op gerekend zodat we ruimschoots op tijd bij de luchthaven aankwamen.

De instapkaarten die we bij de KLM-balie haalden klopten, de stoelnummers had ik ruim een maand daarvoor telefonisch al gereserveerd.

De bagagecontrole klopte want we mochten, na wat hinderlijk gepiep van het poortje, gewoon doorlopen.

Daarna ging eigenlijk alles in één lange en ‘trage’ vogelvlucht van ruim zeven uur, met het vliegtuig naar Amsterdam.

En ook hier sloegen wij ons doorheen met een puzzelboekje en onze DS Lite.

Yellowstone (Lower Falls)

Het was weer een grandioos en avontuurlijk feestje geweest…

New York (Brooklyn Bridge)

terug naar overzicht