newyork2

New York 2

zondag 7 juni 2009

Deze ochtend stonden wij om 7.00 uur op.

Het opstarten ging wat langzaam, maar na een extra hete douche begonnen de spieren weer enigszins mee te werken.

We hadden geen tijd voor een ontbijt, dat zouden we later wel inhalen, want we wilden bijtijds aanwezig zijn bij het Empire State Building.

Na een aangename wandeling stonden wij om 8.45 uur voor de ingang.

En wat voor een ingang, een lege ingang…

Er was nog geen rij wachtenden te zien en wij konden zo doorlopen.

Binnen tien minuten waren we door de controle en een kwartiertje later stonden we in een lift, die met een bloedvaart naar boven ging.

Daar moesten we nog even overstappen in een wat langzamere lift, die ons uiteindelijk naar de 86e verdieping bracht.

Wat een schitterend vergezicht dat uitzicht daar.

Waar je ook keek, overal zag je wel wolkenkrabbers.

Beneden schoven autootjes zo groot als speldenknoppen allerlei richtingen op.

Het Vrijheidsbeeld leek een heel klein popje met een minitoortsje.

Miniatuurtreintjes en -bootjes, alles deed denken aan een traag bewegende maquette

Het zonnetje scheen heerlijk en het was praktisch onbewolkt.

Je kon vandaag net zover kijken, als je echt kon zien.

Toen we zo tegen 10.30 uur weer op straat stonden, wilden wij als eerste iets van een ontbijt gaan zoeken.

Nou, dat was daar ver te zoeken.

In een eetgelenheid met een groot bord aan de pui dat o.a. ‘Breakfast’ vermeldde, was een man druk bezig met pizzabodems.

“No breakfast…”, was het norse antwoord op mijn vriendelijke vraag omtrent een eventueel ontbijtje.

Er moest nu een keuze gemaakt worden tussen twee 'foute' mogelijkheden iets verderop.

Daar zat een McDonald's en een Burger King tegenover elkaar.

De keuze werd al snel voor mij gemaakt, want Tonnie heeft een hekel aan die eerste.

Na een Whopper en een sloot koffie verorberd te hebben, wilde ik naar de bus voor het tweede avontuur van die dag.

Dit ging nog even niet door, want Tonnie had tijdens onze jacht naar dat ontbijtje, verschillende interessante winkeltjes ontdekt.

Die moest ze natuurlijk even gaan bezoeken.

En waarom ook niet, een strak schema paste toch nooit in onze planning…

Toen we eindelijk op de bus gehopt waren, bleek deze een andere dienstregeling te hebben, dan beschreven was.

Na een paar haltes ging hij, om een niet nader toegelichte reden, gewoon definitief stoppen.

Alle passagiers moesten op dit punt overstappen op een achteropkomend exemplaar.

Deze moesten we ook al snel weer verlaten, omdat we moesten wisselen met de bus die ons naar Brooklyn zou brengen.

De vriendelijke gids in die bus zou ons tijdig waarschuwen voor de halte vlakbij de voetgangersopgang van de Brooklyn Bridge.Helaas was hij dat vergeten, zodat wij een heel eind daar voorbij pas konden uitstappen.

Dat was nog een hele wandeling, maar toen we uiteindelijk op de brug waren was alles snel vergeten.

Wat een imposant bouwwerk van stalen balken en kabels.

Er waren twee smalle banen precies in het midden van de brug, één voor de wandelaars en één voor de fietsers.

Daaronder, op een soort lager gelegen verdieping raasden, over meerdere banen, de auto’s voorbij.

Het werd een heerlijke en zonovergoten belevenis.

Op de brug leek het wel Times Square, zo druk was het daar.

Het was één grote en gezellige janboel.

De joggers en hardlopers probeerden enigszins in tempo vooruit te komen.

De wandelaars wilden hun vrij baan geven met als gevolg dat zij op het fietsgedeelte kwamen.

De fietsers bleven luid bellen en roepen om maar een beetje doorgang op hun eigen baan te krijgen.

Dit schouwspel was echt genieten.

En dan heb ik het nog niet eens over de skyline van Manhattan bij dag.

Minstens net zo mooi en indrukwekkend als bij avond, alleen met minder lichtjes.

Na een klein uur, er viel ook zoveel te zien, te fotograferen en te filmen, kwamen we uit bij het City Hall Park.

Daar was het één en al gezellige bedrijvigheid en Tonnie kocht haar eerste souvenirtjes.

Na wat gerust en gedronken te hebben, ging de wandeling verder richting Ground Zero.

Hing daar twee jaar geleden nog een goed voelbare indrukwekkend beklemmende sfeer, nu was het gewoon een bouwput.

De borden met namen van hen die daar omgekomen waren, hingen er niet meer.

Die plek was nu helemaal afgesloten en bij de bouwput getrokken.

Voor zover het mogelijk was zijn we er langs gelopen, maar al snel zijn we richting St Paul’s Chapel gegaan.

De kapel die vlakbij het World Trade Center stond en geen enkele beschadiging had opgelopen tijdens de ‘nachtmerrie’.

Hier vonden wij de foto’s, de brieven, de tekeningen en de beertjes die eerst aan het hek bij Ground Zero hingen.

De klok, The Bell of Hope, stond overtuigd voor de achteringang.

De terugweg naar het hotel was er ook weer eentje met ‘Grey Line hobbels’.

Stonden we bij de opstapplaats van de bus, reed deze gewoon voorbij terwijl de chauffeur heftig gebaarde dat we op een andere plek moesten gaan staan.

Wij, zover als het ging, die bus volgen en naar de plek snellen waar hij stopte.

Natuurlijk zat ‘ie bomvol en bleef ons niets anders over dan op de volgende te wachten.

En dat duurde toch wel even…

Ik kreeg zo het vermoeden, dat met het recentelijk afsluiten van bepaalde delen van Broadway, de dienstregeling van Grey Line ook een beetje overhoop lag.

Die avond aten wij voor de laatste keer bij Brasil Grill.

Daarna gingen we wandelen op Broadway.

Zoals gewoonlijk ging Tonnie winkeltje in, winkeltje uit, terwijl ik een beetje nietsdoenerig om me heen liep te kijken.

Heel opvallend waren die lange donkere mannen met dichtgevouwen lakens over hun schouders, waarin hun koopwaar zat.

Op een druk punt van de straat werden die lakens met inhoud op de grond gedrapeerd en voor je het wist hadden ze iets daaruit in je handen gestopt.

Terwijl ze met je onderhandelden keken ze constant schichtig om zich heen.

Het leek er verdacht veel op, dat ze elk moment een aanval of iets dergelijks verwachtten.

Eenmaal heb ik gezien, dat een tasje werd teruggegrist en in het laken werd gegooid.

Bliksemsnel lag alles weer dichtgeknoopt op de schouder van de verkoper, die er als een haas vandoor ging.

Achter het waarom zal ik wel nooit komen, want er was mijns inziens geen enkele aanleiding voor.

Dit verhaal ging ook op voor die figuren met aktetassen vol Rolex horloges.

Hoogst waarschijnlijk garantie tot het moment dat zij om de hoek verdwenen waren.

Terug op de hotelkamer hadden we nog van alles te rommelen.

Tonnie ging voor de laatste maal het bed ‘inspecteren’ en ik maakte een beginnetje aan dit verslag.

terug naar overzicht vervolg